Ter Posterie
Kunst- en Erfgoedhuis
Sinds 2019 is Ter Posterie uitgebouwd tot een Kunst- en Erfgoedhuis, bedoeld voor kwalitatieve tentoonstellingen. Kunst- en erfgoedtentoonstellingen wisselen er elkaar sindsdien af.
Een gebouw met geschiedenis
Dit neogotisch gebouw is niet altijd een kunst- en erfgoedhuis geweest. We gaan even in vogelvlucht door de geschiedenis van dit opvallende gebouw.
Opslagruimte Wielermuseum (2015 - 2018)
In 2015 startten de restauratiewerken aan een ander historisch pand waar het Wielermuseum was gehuisvest, het voormalige brandweerarsenaal aan het Polenplein. De toeristische dienst en het infocentrum werden opgenomen in de werking van het Wielermuseum en verhuisden.
Ter Posterie fungeerde als tijdelijke opslagruimte voor de collectie van het wielermuseum tot de opening van het nieuwe museum KOERS. Museum van de Wielersport op 8 september 2018.
Plaats voor voorstellingen en tentoonstellingen (1982 - 2000)
Voor de bestemming van het gebouw stonden verschillende pistes open:
- een centrum voor kinderopvang
- onderdak voor het stadsarchief
- een openbare stedelijke bibliotheek
- een zaal voor experimenteel toneel.
Er werd gekozen voor dit laatste en de herstellings- en verbouwingswerken werden aangevat. Midden 1982 kon de zaal in gebruik genomen worden, maar bleek dat twee pilaren zodanig het zicht verhinderden dat de zaal niet echt geschikt leek voor voorstellingen. Daarom werd het gebouw gebruikt als tentoonstellingsruimte.
Infocentrum (2001 - 2015)
Op aangeven van Monumentenwacht West-Vlaanderen werd het gebouw in 2000-2001 gerestaureerd. En opnieuw werd er nagedacht over de bestemming van het pand. De stad wilde er de dienst toerisme én het informatie- en documentatiecentrum voor Albrecht Rodenbach huisvesten. Er was echter onvoldoende interesse voor een Albrecht Rodenbachcentrum. Het pand werd omgedoopt tot Infocentrum, de werkstek van de stadsdiensten Toerisme en Communicatie.
Postgebouw (1903 - 1977)
In 1901 startten de bouwwerken en op 1 juni 1903 werd het postgebouw opengesteld voor het publiek.
De plannen werden getekend door ingenieur-architect Jules Coomans, een vertegenwoordiger van de Vlaamse neogotiek aan het begin van de twintigste eeuw. Hij werd benoemd als stadsarchitect van Ieper, waar hij van de wederopbouw na W.O. I zijn levenswerk maakte. Hij was er verantwoordelijk voor o.a. de restauratie van het belfort en de Lakenhal.
Het neogotische pand, op de hoek van de Ooststraat en de Henri Horriestraat, bevat ook eclectische elementen, zoals de romaanse vensterbogen. De gevels zijn rijkversierd met medaillons, koppen en wapenschilden.
Oorspronkelijk waren de lokalen op de gelijkvloerse verdieping geschikt rond een binnentuin, maar vlak vóór de Tweede Wereldoorlog was er nood aan uitbreiding. De tuin werd overdekt en de loketten en de administratie werden herschikt. De eerste verdieping deed dienst als woning voor de postmeester.
In 1977 werd De Post overgebracht naar een nieuwbouw op het Polenplein en dreigde de sloop voor het mooie hoekpand in de Ooststraat. Onder impuls van de Werkgroep Monumentzorg van Roeselare werd het gebouw in 1980 beschermd. Ondertussen had de Stad zelf het pand gekocht.
Gevangenis (1725 - 1897)
Tot in 1704 werden gevangenen in de halletoren op de Grote Markt van Roeselare opgesloten. Op 30 oktober 1704 werd de halle vernield, meegesleurd in de val van het daarnaast gelegen ingestort belfort. Vanaf toen werden gevangenen in het huis van de schepenen onder bewaking gesteld.
Vanaf 1725 werden ze opgesloten in de gevangenis die, op last van de burggraaf, naast de nieuwe burggravij in de Ooststraat (de locatie van wat nu Ter Posterie is) werd gebouwd.
- Voor de burgerlijke gevangenen waren daar twee kamers ingericht op de beneden- en vier op de bovenverdieping.
- De zware misdadigers beschikten, onder de grond, slechts over twee plaatsen van zeven voet lang, vier voet breed en vijf voet hoog, met één luchtgat van een vierkante voet.
In 1897 verkocht de stad de oude gevangenis aan de staat om er een nieuw postgebouw ‘ter verfraaiing voor de Ooststraat’ te bouwen. Het werd niet passend gevonden dat een gevangenis op één van de mooiste plaatsen van Roeselare stond.